Selecteer een pagina

In deze tweede proefles leer je wat je moet weten over ons ‘denken’ zodat je hier invloed op kunt uitoefenen!
Wat zijn jouw beangstigende en negatieve gedachten?

Bekijk hieronder de video.

 

Hier vind je je invulblad.
Print het blad uit en vul het in. Als je klaar bent, stop je hem in je werkmap.
Veel succes met je opdracht!
Werkblad-3.1-mijn-beangstigende-gedachten.pdf (3 downloads)

 

Lees hieronder nog eens alle informatie door.


Heb jij je al eens de vraag gesteld wat we nu eigenlijk doen als we aan het denken zijn?

In de eerste module is dit natuurlijk al aan bod gekomen. Het woord zegt het eigenlijk al. Denken is een werkwoord; het is dus iets wat wij doen! Het is een proces dat we actief beoefenen. We zijn dus actief ergens mee bezig als we aan het denken zijn.

Maar waar zijn we nu mee bezig dan? Het antwoord is eigenlijk heel simpel.

Denken is praten met jezelf. We zijn dus in gesprek met onszelf. Dit kunnen we natuurlijk beïnvloeden. In plaats van beangstigende en bedreigende dingen tegen jezelf te zeggen, kun je dus ook meer realistische en geruststellende zaken tegen jezelf zeggen.

Maar waarom doen we dit dan niet al zul je denken. Dat heeft te maken met ons oerinstinct. Als het namelijk gaat om overleven (wat de basis is van dit oerinstinct) zullen we gericht zijn op de zaken die dit overleven kunnen bedreigen. We moeten dus deze bedreigingen in de gaten houden. Bij sommigen zie je dit nog heel sterk terug in hun manier van denken. Ze zullen overal bedreigingen zien of bedenken. Als je hier voortdurend mee bezig bent dan train je dit systeem dus ook heel hard en wordt dit jouw automatische en onbewuste manier van denken.

 

Het DENKEN bestaat uit een tweetal belangrijke aspecten:

1. Wat we denken
2. Hoe we dit denken

Wat we denken heeft te maken met de inhoud van onze gedachten. Gedurende ons leven (vanaf onze geboorte totdat we dood gaan) zullen we continue over diverse zaken moeten nadenken. Hoe komen we nu eigenlijk aan de inhoud hiervan?

Er zijn twee belangrijke bronnen die de huidige inhoud van ons denken vullen:
A Opvoeding
Met Opvoeding bedoelen we niet zomaar enkel de opvoeding die je van je ouders hebt gekregen. Opvoeding is meer dan je ouders. De nadruk ligt hier op de laatste lettergrepen: opVOEDING.
Hiermee bedoel ik dat de mens vanaf zijn geboorte tot aan zijn dood voortdurend wordt gevoed met informatie. Deze informatie-instroom begint bij je ouders. Eenmaal je eerste voet in de crèche, dan de kleuterschool, basisschool, middelbare school, wordt je met nieuwe informatie gevoed. Cultuur, politiek, religie, muziek, film, internet enz… zijn bronnen waarmee je wordt gevoed. Dàt is opvoeding.
B Ervaringen
Een tweede bron zijn je persoonlijke ervaringen gedurende je leven. We doen elke dag ervaringen op. Zowel de prettige, maar zeker ook de onprettige ervaringen zijn medebepalend in het vullen van de inhoud van ons denken.

Dit WAT-denken, de inhoud dus van onze gedachten zullen we goed onder de loep moeten nemen. Als deze inhoud niet klopt, en we denken het toch, zal dit een hele nare impact in ons leven kunnen hebben. Pas als we ons bewust worden van het feit dat we de inhoud van ons denken zelf mee vorm kunnen geven, kunnen we hier iets aan veranderen!

Dan het tweede aspect: het HOE-denken.
Als we het HOE-denken nader bekijken stellen we vast dat we BEWUST en ONDERBEWUST denken. Het bewust denken doe je nu terwijl je deze video bekijkt. Je
ziet en hoort letters en woorden verwerkt in zinnen. Bij het luisteren en lezen ben je bewust over de inhoud aan het denken. Als bepaalde gedachten zich herhalen… na een X-aantal herhalingen zullen deze bewuste gedachten in een schema worden omgezet en worden opgeslagen in de geheugenbank. Het onderbewust denken noemen we ook het automatisch denken. In bepaalde situaties zal jouw denken gebruik maken van deze opgeslagen schema’s. Op deze manier ben je je niet bewust wat je op dat moment denkt.

Als voorbeeld nemen we: autorijden.
Bij het leren autorijden moet je voortdurend bij de verschillende handelingen die je leert (schakelen, koppeling gebruiken, remmen enz…) bewust nadenken. Deze herhalende handelingen worden dan op termijn in een schema omgezet en opgeslagen. Na een tijdje (nu) als je in de auto stapt denk je niet meer bewust na bij elke handeling. Het gebeurt automatisch (op de automatische piloot rijden). Het automatisch denken schept dan ruimte om (terwijl je rijdt) andere dingen te doen: praten met degene die naast je zit, naar reclameborden kijken, de radio- of CD-speler gebruiken enz…. .

Het automatisch denken is dus een systeem dat ons in staat stelt om gelijktijdig verschillende handelingen/acties uit te voeren. Heel handig dus!
Echter, er zit ook een addertje onder het gras. De beangstigende en bedreigende gedachten die je hebt, heb je op dezelfde manier in zo’n schema omgezet en zijn dus ook al automatisch aanwezig. Zonder deze gedachten dus bewust te denken, kun je meteen overvallen worden door een onaangenaam gevoel. Bijvoorbeeld: Als je voortdurend hebt gedacht ‘Ik ben onzeker, ik ga dat niet kunnen’, zal deze gedachte in het automatisch denken worden opgeslagen. Als je dan nu ‘iets’ nieuws moet doen, krijg je meteen een onzeker gevoel. Dit onzeker gevoel is opgeroepen door de automatische gedachte ‘Ik ben onzeker, ik ga dat niet kunnen’.
Ook al lijkt het alsof er geen sprake is van een gedachte die aan het gevoel ten grondslag ligt: dit is dus toch altijd wel het geval, je bent je er alleen niet altijd bewust van!

Om nu dit onderbewuste (of automatische gedachten) meer bewust te maken kunnen we gebruik maken van het zogenoemde ‘imaginair denken’. Bij het imaginair denken kunnen we beeldend denken, m.a.w. we zien het voor ons (gebeuren). Binnen de cognitieve gedragstherapie wordt veel gebruik gemaakt van deze techniek. Zo wordt je je namelijk meer bewust van wat jouw onderliggende, automatische gedachten zijn.

Bijvoorbeeld:  Stel je eens ‘beeldend’ voor (zie het vóór je gebeuren) dat je morgen een presentatie moet geven. Sta bij deze beeldende gedachten dan even bewust stil en stel jezelf de vraag: welke gedachten komen er nu bij me op, nu dat ik er bewust aan denk dat ik morgen een voordracht moeten geven? Het is dan goed mogelijk dat er meteen de gedachte komt: ‘Ik ben onzeker, ik ga dat niet kunnen’. Deze gedachte is dan een onderbewuste gedachte die je je bewust hebt gemaakt.

Dit HOE-denken heeft dus alles te maken met herhaling van je gedachten. We zullen dus ervoor moeten zorgen dat we de juiste INHOUD op de juiste MANIER gaan denken!

We gaan onze gedachten bekijken, beoordelen, bijsturen en trainen trainen trainen!

 

Klik hieronder op ‘voltooi les & ga door’.

Aanmelden voor het online programma?
klik dan hier.