We leven tegenwoordig in een tijdperk van angst. Ruim 19% van de bevolking lijdt ooit in zijn leven aan een angststoornis.
In deze les leer je wat angst nu eigenlijk is en waar het voor dient.
Waarom hebben zoveel mensen hier last van en waarom hoef jij je hier zeker niet voor te schamen?
Lees hieronder de informatie nog eens door.
We leven tegenwoordig in een tijdperk van angst. Ruim 19% van de bevolking lijdt ooit in zijn leven aan een angststoornis. Een nog groter percentage zal zich minstens herkennen in het hebben van angst en spanningsklachten.
Wanneer je hiermee te maken hebt, heeft dit meestal behoorlijke gevolgen. Zo kan het zijn dat je niet meer goed in staat bent om je werk goed te doen, een sociaal leven op te bouwen, te reizen of stabiele relaties op te bouwen. Mogelijk vermijd je zaken als het bezoeken van bepaalde plekken of mensen of durf je bepaalde activiteiten niet te ondernemen. Soms raak je misschien zelf geïsoleerd en kom je je huis niet meer veel uit. een angst of angststoornis heeft dikwijls verregaande gevolgen. Het is niet ongewoon dat men hiermee in een opname op een PAAZ-afdeling van een ziekenhuis of andere kliniek terecht komt. Paniek kan immers zo overweldigend en bedreigend aanvoelen dat het LIJKT alsof we niet meer kunnen functioneren.
Maar wat is ANGST nu eigenlijk?
Om dit goed uit te kunnen leggen moeten we eerst teruggaan naar pre-historische tijden. Daar waar onze voorouders leefden in omstandigheden vol met levensbedreigende gevaren zoals roofdieren, honger, giftige planten, vijandige buren, ziekten, verdrinking enz. Om in die tijd te kunnen overleven was het van belang om eigenschappen te hebben die dus gericht waren op het overleven van al deze bedreigingen. Angst speelde hierin verreweg de belangrijkste rol.
Angst is namelijk een emotie die je helpt te reageren op gevaar.
Het lichaam raakt in opperste staat van paraatheid en maakt zich zo gereed om te kunnen vechten of vluchten.
Zonder angst overleefde je het niet. En dus is angst daarbij een groot en noodzakelijk goed geweest dat we van de evolutie hebben gekregen.
Echter, als we gaan kijken naar het heden, een tijd waarin we van alle gemakken zijn voorzien, zie je dat onze ontwikkeling alles behalve stil heeft gestaan. De meeste bedreigingen waar onze voorouders mee te kampen hadden, zijn tegenwoordig geen reële bedreiging meer. Waar deze angsten voorheen dus functioneel waren, zitten we nu nog altijd met deze overlevingsinstincten en is de evolutie als het ware blijven steken. De moderne samenleving is in de afgelopen 10 tot 20 duizend jaar zo snel verandert dat de evolutie dit niet heeft kunnen bijbenen. En dus zitten we nu opgescheept met een biologisch apparaat waar ‘software’ in zit die eigenlijk niet meer up-to-date is.
We zijn dus in wezen met name geprogrammeerd om te overleven. Hiervoor zijn natuurlijk niet alle leuke dingen in het leven of zaken die ons gelukkig maken of ontspanning geven van belang. We zullen ons vooral bezighouden met bedreigingen. Het lijkt wel alsof onze intelligentie voortdurend bezig is met het vinden van nieuwe dingen om over in te zitten. We zijn soms enorm vindingrijk als het gaat om rampscenario’s bedenken. Steeds maar weer zijn we bezig met de toekomst, wat er allemaal fout kan gaan, hoe we voor schut zullen staan, ziek gaan worden, flauwvallen, zakken voor examens en noem maar op. Op een bepaald moment vragen we ons zelfs af of we misschien iets mankeren; hebben we het gevoel dat we gek worden; of nog erger, zijn we bang dat we het niet eens meer in de gaten hebben als dit zo was. Het gaat maar door en door. Alsof we het niet uit kunnen zetten. Al onze energie en aandacht stoppen we erin. Onbedoeld, maar we doen het toch. Voor we het in de gaten hebben, zitten we vast in een vicieuze cirkel.
Onze angsten hebben dus ooit een bepaalde overlevingswaarde gehad.
Ga maar eens na waar jij angstig voor bent. Je zult zien, en misschien moet je even goed zoeken, dat ook jouw angst hiervan afstamt. Bijna al onze moderne angststoornissen functioneerden oorspronkelijk namelijk als een overlevingsmechanisme.
Neem bijvoorbeeld de dwangstoornis. Mensen met een dwangstoornis kunnen een extreme angst hebben voor besmetting met bacteriën. Tot voor kort waren onze voorouders uiterst vatbaar voor allerlei besmettelijke ziekten die vaak dodelijk waren. Of mensen die dwangmatig alles moeten bewaren en niets kunnen weggooien: in een primitieve omgeving, waar weinig te verkrijgen was, was dit erg functioneel. Of neem eens de obsessieve angst dat je jezelf niet meer in de hand kunt houden en gewelddadig wordt. in de oertijd gold dit waarschijnlijk als een normale voorzichtigheid.
Agorafobie (angst voor open ruimtes) houdt vrijwel zeker verband met het gevaar te worden aangevallen door bijvoorbeeld een roofdier als je in een open veld liep. Post-traumatische stress is zeker ontstaan om ons uit de buurt te houden van gevaren waar we eerder getuige van zijn geweest of bijna slachtoffer van zijn geworden. Gegeneraliseerde angststoornis is niets meer dan een moderne variant op een vooruitziende blik. De ‘piekeraars’ van de stam waren waarschijnlijk degenen die rampen voorzagen en voorkwamen.
We mogen dus accepteren dat onze angsten een onderdeel zijn van onze biologische erfenis. Het is geen persoonlijke tekortkoming waar we ons voor moeten schamen of ons schuldig over moeten voelen. En ondanks dat we er dus vaak al mee zijn geboren, hoeven deze angsten ons niet in hun greep te houden! We kunnen er iets aan doen, vooral wanneer ze duidelijk buiten proportioneel zijn ten opzichte van werkelijke dreiging. We kunnen leren minder bang te zijn. Dit zie je alleen al aan het feit dat we als kind vaak bepaalde angsten hadden, die we nu als volwassene al lang vergeten zijn.
We kunnen dus leren ermee omgaan zodanig dat het gevoel van gevaar kan verdwijnen! Gelukkig maar!